top of page

Mijn kijk op begeleiding van opgroeiende kinderen


Afgelopen zomer waren we met het gezin op uitstap naar Bokrijk. Mijn dochter vond het heerlijk om weg te dromen in de oude tijd. Toen we naar de intrigerende werkzaamheden van de smid aan het kijken waren, herinnerde ik hen eraan dat mijn grootvader nog smid was geweest. Dus hij had nog niet zó heel lang geleden hetzelfde beroep uitgeoefend. Mijn kinderen waren onder de indruk, en al snel begon mijn dochter verder te denken. ‘mama, als we nu echt in de oude tijd hadden geleefd, dan had ik of mijn broer, misschien wel smid geweest. Want vroeger leerde men toch het werk aan van vader op zoon of misschien toch ook op de dochter? (alhoewel de dochter het meest waarschijnlijk de knepen van het vak van haar moeder leerde, maar nu wijk ik af)

Ze had zeker een punt. Er was een tijd waarin kinderen nog niet zo veel keuze hadden. Een beroep of een vaardigheid leerden ze van hun ouders. In de tijd dat ik opgroeide, kregen we als kind al meer keuze. Dankzij ons goede schoolsysteem, konden we dankzij onze studies een ander beroep doen dan onze ouders voor ons hadden uitgeoefend. Alhoewel. We hadden misschien toch ook weer niet echt een keuze. Want sommige van onze ouders zagen graag dat wij deden waar zij nog niet de mogelijkheid toe hadden gekregen. En legden hun zoon en dochter dan weer heel hoge eisen op dat zij nu dokter zouden moeten worden bv. Of op het gebied van hobby’s kiezen: was onze vrijheid misschien ook weer beperkt omwille van de voorkeur van de ouders of omwille van praktische redenen: ‘doe nou maar gewoon dezelfde hobby als je broer en zus’.

Dit is absoluut ‘not done’! Tenminste, dat las ik in een tijdschrift onlangs, waarin uitgelegd stond hoe belangrijk het is dat je je kinderen laat opgroeien tot zelfstandige persoonlijkheden, die zelf kiezen wat hun hobby’s zijn, en ontdekken welk beroep ze later willen doen.

Toen ik dit artikel aan het lezen was, was ik best trots op mezelf. En op mijn man. Dat was tenminste iets wat onze kinderen ons niet zouden kunnen verwijten later. Want bij onze zoon hadden we al snel in de gaten dat hij een echte kunstenaar zou worden. De tekeningen die hij bij zijn eerste kleuterjuf maakten, waren nog prachtiger dat de tekeningen die ik ooit in mijn hele leven zou maken. En onze dochter, dat was een heel ander verhaal. Bij haar sprong de voorliefde voor paarden eruit; en wist ze al lang voor de leeftijd van de start van een muziekacademie, dat ze harp zou willen spelen.

En dus ben ik nu in de fase beland dat ik als moeder mijn kinderen heen en weer breng, van de ene activiteit van de andere. En dat allemaal zodat ze zeker alle talenten zouden benutten die er in hen verscholen zitten. ’s Avonds zak ik soms moe in de zetel, van al die verschillende indrukken, opgedaan bij het najagen van al die dromen... en het meeleven met al die hobby’s.

Tot ik plots besef, dat ik misschien toch niet helemaal goed bezig ben. Hoe verantwoord is het om hen al die activiteiten tegelijk te laten doen? Hoeveel druk leg ik hen eigenlijk niet op? Dat ze echt enkel datgene moeten doen waarvan ze voelen dat het 100% bij hen past? Ben ik niet een beetje te veel de andere kant opgegaan? Want veel ruimte om gewoon iets rustig thuis te doen en te chillen levert het ook niet op... bij deze weer iets om los te laten bij het opvoeden. Misschien is het nog niet zo’n slecht idee om één van hen gewoon het vak van de smid te laten leren :-)

19 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page